11 juni 2015

De komende maanden schrijf ik columns voor Doen&Later. Daarmee wil ik mensen op een andere manier naar pensioen laten kijken en over pensioen laten denken. In dit blog beschrijf ik hoe zelfstandigen slim van hun flexibiliteit gebruik kunnen maken.

Geen pensioen?

Voor verreweg de meeste Nederlanders die in loondienst werken is het pensioen geregeld via de werkgever. Of het goed geregeld is of niet, daar hebben de meeste werknemers geen idee van. Pensioen is immers een onderwerp waar maar weinigen zich graag in verdiepen. En al verdiepen ze zich er in, dan kunnen ze er meestal toch weinig aan veranderen. Er zijn ook werknemers die geen pensioenregeling hebben en die zelf hun pensioen moeten regelen. En ditzelfde geldt voor zzp’ers. Maar ook voor deze mensen geldt vaak dat ze liever niet teveel over hun pensioen willen nadenken. Waar komt dat door?

Liever niet aan denken

Vrijwel niemand wil zich voorstellen hoe het leven eruit ziet als we oud zijn. Daar denken we liever niet aan. Ouderdom komt met gebreken. Oud staat voor versleten. Oud staat voor aftakeling. Hoe ouder je wordt, hoe dichter bij de dood. En als je nog in de bloei van je leven bent, dan wil je daar toch niet aan denken? Bovendien is het pensioenstelsel in Nederland onnodig complex. Dus pensioen? Je hebt wel leukere dingen aan je hoofd.

Uitstelgedrag

Daarnaast heeft de mens van nature last van uitstelgedrag. Activiteiten die niet op korte termijn een voordeel opleveren stellen we liever uit. En pensioen gaat nu eenmaal over de lange termijn dus besluiten veel mensen om dat geld opzijzetten voor later nog maar even uit te stellen. Liever nu op wintersport, nu een nieuwe Macbook of racefiets dan straks pensioen. Nu vind ik het prima als mensen er bewust voor kiezen straks langer door te werken. Ik hoop dat zelf ook te kunnen doen. Echter, veel mensen kiezen helemaal niet bewust. Die denken of hopen – al dan niet tegen beter weten in – dat het later wel goed komt.

Wanneer beginnen?

Van de groep mensen die zelf hun pensioen moeten regelen begint bijna niemand voor zijn of haar dertigste met geld opzijzetten. En rond de dertig komen er vaak kinderen, is er een huis gekocht en is het leven toch al zo duur. Dus dan komt het ook niet uit. Na lang uitstellen realiseren de meesten zich op een bepaald moment wel dat er nu eindelijk toch wel iets gedaan moet worden. Niet zelden is men de veertig al gepasseerd voordat er eindelijk geld opzij gezet wordt.

Gebruik je flexibiliteit slim en stel vooral niet uit!

Eigenlijk is dat erg zonde. Want duizend euro die je op je 25ste opzij zet is op pensioenleeftijd waarschijnlijk minstens tien keer zoveel waard geworden, terwijl diezelfde duizend euro die je op je 45ste opzij zet misschien nog maar vier keer ‘over de kop’ gaat. Dus die eerste duizend euro levert veel meer pensioen op dan die tweede. Het is daarom veel slimmer om direct na je studie, zodra je je eerste baan of opdracht hebt, maximaal geld opzij te zetten. Je was waarschijnlijk al gewend om met vrij weinig rond te komen, dus hou dat uitgavenpatroon nog maar een paar jaar vast en zet zoveel mogelijk geld opzij. Dan kun je rond je dertigste – als het leven vaak opeens een stuk duurder wordt – wat minder sparen voor later. Want juist die flexibiliteit om bepaalde jaren meer of minder voor pensioen te sparen hebben mensen die zelf hun pensioen moeten regelen. Dus gebruik die flexibiliteit slim, stel vooral niet uit en begin zo vroeg mogelijk.
 
Sjaak Zonneveld