Zelfstandigen hebben op pensioenvlak een voordeel t.o.v. werknemers
Ik kan me vaak goed vinden in de columns van Annemarie van Gaal. Maar haar column: “‘Zelfstandige wordt ongelijk behandeld bij pensioenopbouw en dat moet stoppen” laat zien dat ze niet op de hoogte lijkt van de recente wijzigingen in ons pensioenstelsel. Die zijn namelijk juist in het voordeel van zelfstandigen. Terwijl veel zelfstandigen daar nog niet van op de hoogte zijn.
Veel meer ruimte om in te leggen
Sinds 2023 mogen zelfstandigen heel veel meer geld fiscaal vriendelijk opzij zetten voor hun oude dag. Dubbel fiscaal vriendelijk: de inleg is aftrekbaar van de inkomstenbelasting en het opzij gezette geld zit niet in die vermaledijde Box3 maar in Box1.
De jaarruimte – die bepaalt hoeveel je fiscaal vriendelijk opzij mag zetten – is bijna 2,5 keer zo groot geworden. Afhankelijk van het inkomen tot € 35.798 per jaar (2025). En voor wie nog een pensioengat heeft te repareren, is de maximale inhaalruimte (reserveringsruimte) verhoogd naar inmiddels € 42.108! (2025). Dus in totaal zou je als ondernemer maximaal bijna 78K per jaar opzij mogen zetten. Of dat fiscaal het slimst is, is vraag 2, maar het kan.
Box 3 beleggen en huizen verhuren
De meeste zelfstandigen zijn hiervan niet op de hoogte. Zij kiezen – soms uit onwetendheid, maar niet zelden op advies van hun omgeving – voor alternatieve vormen van vermogensopbouw. Zoals ‘pandjes verhuren’ of zelf beleggen in box 3. Want zoals Annemarie schrijft: “Een zelfstandige moet in noodgevallen vrij over zijn geld kunnen beschikken”.
Dat kan zijn, maar over de eerste € 57.684 betaal je geen vermogensrendementsheffing. Samen met een partner is dat het dubbele. Dit zal voor veel zelfstandigen een voldoende grote buffer zijn voor onvoorziene omstandigheden.
Zelfstandigen in het voordeel
Bovendien hebben zelfstandigen – in tegenstelling tot werknemers – wél de mogelijkheid om in geval van nood al voortijdig geld uit de pensioenpot te halen. Dat heet afkopen. Dan betaal je (uiteraard) de inkomstenbelasting die je daarover nog verschuldigd was, en daar kan nog een percentage tussen de 0% en 20% (de revisierente) geheven worden, omdat je geen vermogensrendementsheffing over dit bedrag betaald hebt. En als de reden van afkoop langdurige arbeidsongeschiktheid is, dan wordt zelfs deze revisierente kwijt gescholden.
Een werknemer kan met geen mogelijkheid eerder aan zijn of haar pensioenpot komen. Ook niet bij langdurige arbeidsongeschiktheid.
Een ander verschil is dat de pensioenpot van zelfstandigen, in geval van overlijden, naar de wettelijke erfgenamen gaat. Bij overlijden van een werknemer gaat het pensioengeld naar de pensioenaanbieder. Dus zelfstandigen worden inderdaad anders behandeld, maar ze zijn dus eerder in het voordeel ten opzichte van werknemers dan in het nadeel.
Onwetendheid versterkt
Feit is dat deze kennis over de pensioenmogelijkheden bij veel zelfstandigen – maar ook bij veel boekhouders of adviseurs – lijkt te ontbreken. En dat ze eerder naar ‘box 3 beleggen’ grijpen of ‘in pandjes gaan’, dan gebruik te maken van de pensioenvoorzieningen die voor zelfstandigen zijn bedoeld.
Helaas dragen dit soort columns bij aan het beeld dat je dat als zelfstandige geen goede pensioenmogelijkheden zou hebben. Of dat ze benadeeld worden t.o.v. werknemers. Maar het tegendeel is dus waar. Als zelfstandige ben je gewoon in het voordeel ten opzichte van werknemers. En heb je zelf wat te kiezen. Maar je moet wel zelf in beweging komen.