Zelfstandige wordt op pensioenvlak juist bevoordeeld t.o.v. werknemers
Ik kan me meestal goed vinden in de columns van Annemarie van Gaal. Zeker op het gebied van pensioen deel ik vaak haar mening. Haar laatste column: “‘Zelfstandige wordt ongelijk behandeld bij pensioenopbouw en dat moet stoppen” laat echter zien dat ze niet op de hoogte lijkt van de recente wijzigingen in ons pensioenstelsel. Die zijn namelijk in het voordeel van zelfstandigen. Terwijl veel zelfstandigen daar nog niet van op de hoogte zijn. Helaas draagt de Telegraaf column bij aan deze onwetendheid.
Veel meer ruimte om in te leggen
Recente wijzigingen hebben ervoor gezorgd dat zelfstandigen de achterstand ten opzichte van werknemers op pensioengebied met zeven-mijls-laarzen hebben ingelopen. Zelfstandigen mogen sinds 2023 veel meer geld fiscaal vriendelijk opzij zetten voor hun oude dag.
De jaarruimte – die bepaalt hoeveel je fiscaal vriendelijk voor je pensioen mag inleggen – is bijna 2,5 keer zo groot geworden. Afhankelijk van het inkomen tot ruim € 36.000 per jaar. En voor wie nog een pensioengat heeft te repareren, is de maximale inhaalruimte (reserveringsruimte) verhoogd van zo’n € 8.000 naar inmiddels € 41.608 (2024).
Box 3 beleggen en huizen verhuren
De meeste zelfstandigen zijn hiervan niet op de hoogte. Zij kiezen – soms uit onwetendheid – voor alternatieve vormen van vermogensopbouw zoals ‘pandjes verhuren’ of zelf beleggen in box 3. Mede omdat daardoor hun geld niet vaststaat voor de oude dag. Want zoals Annemarie schrijft: “Een zelfstandige moet in noodgevallen vrij over zijn geld kunnen beschikken”.
Dat kan zijn, maar over de eerste € 57.000 betaal je geen vermogensrendementsheffing en samen met een partner is dat bedrag het dubbele. Dit zal voor de meeste zelfstandigen een voldoende grote buffer zijn.
Zelfstandigen in het voordeel
Bovendien hebben zelfstandigen – in tegenstelling tot werknemers – wél de mogelijkheid om in geval van nood al voortijdig geld uit de pensioenpot te halen. Dat heet afkopen. Dan betaal je (uiteraard) de inkomstenbelasting die je daarover nog verschuldigd was, en daar kan nog een percentage tussen de 0% en 20% (de revisierente) geheven worden, omdat je geen vermogensrendementsheffing over dit bedrag betaald hebt. Overigens: als de reden van afkoop langdurige arbeidsongeschiktheid is, dan wordt de revisierente kwijt gescholden.
Een werknemer kan met geen mogelijkheid eerder aan zijn of haar pensioenpot komen. Ook niet bij langdurige arbeidsongeschiktheid. Een ander verschil is dat de pensioenpot van zelfstandigen, in geval van overlijden, naar de wettelijke erfgenamen gaat. Bij overlijden van een werknemer gaat het pensioengeld naar de pensioenaanbieder. Dus zelfstandigen worden inderdaad anders behandeld, maar ze zijn dus eerder in het voordeel ten opzichte van werknemers dan in het nadeel.
Onwetendheid versterkt
Feit is dat deze kennis over de pensioenmogelijkheden bij veel zelfstandigen ontbreekt. En dat ze eerder naar box 3 beleggen grijpen of ‘in pandjes gaan’, dan gebruik te maken van de voor zelfstandigen bedoelde pensioenmogelijkheden. En dat is zonde, zeker nu deze ruimte zo vergroot is!
Helaas dragen dit soort columns bij aan het beeld dat je dat als zelfstandige geen goede pensioenmogelijkheden zou hebben. Of dat ze zelfs benadeeld zouden worden t.o.v. werknemers. Maar niets is dus minder waar.