-
Wat is mijn pensioenleeftijd?
Als er ergens gesproken wordt over “pensioenleeftijd”, dan wordt daarmee vaak de AOW-leeftijd bedoeld. Dit is de leeftijd waarop je jouw AOW-uitkering ontvangt.
AOW-leeftijd
Wanneer jij AOW ontvangt, hangt af van je geboortedatum en de levensverwachting in Nederland. De AOW-leeftijd is vastgesteld tot en met 2028 en is op dat moment 67 jaar en 3 maanden. Heb je in 2028 nog niet die leeftijd bereikt? Dan is de pensioenleeftijd voor jou sowieso 67 jaar en 3 maanden. De definitieve AOW-leeftijd is steeds vijf jaar van tevoren bekend.
Op de website van de Sociale Verzekeringsbank kun je alvast een indicatie krijgen van jouw AOW-leeftijd. De AOW-leeftijd in 2023 is 66 jaar en 10 maanden. De AOW-leeftijd in 2024 t/m 2027 is 67 jaar.
Pensioenrichtleeftijd werkgeverpensioen
Heb je daarnaast pensioen opgebouwd via je werkgever (tweede pijler pensioen)? Dan is die pensioenleeftijd of pensioenrichtleeftijd mogelijk anders dan jouw AOW-leeftijd. Deze is bij sommige aanbieders bijvoorbeeld nu 68 jaar. Je kunt bij jouw aanbieder navragen welke pensioenrichtleeftijd geldt voor jou. Bij sommige aanbieders kun je deze pensioenleeftijd aanpassen en eerder of later beginnen. Weet je jouw aanbieder(s) niet meer precies? Op mijnpensioenoverzicht.nl vind je een overzicht.
Pensioenleeftijd aanvullend pensioen
Heb je zelf aanvullend pensioen opgebouwd, bijvoorbeeld via lijfrente of een bankspaarproduct (derde pijler pensioen)? Dan ben je flexibeler met jouw pensioenleeftijd. Jij bepaalt wanneer jouw uitkering ingaat. Er zijn een paar regels.
Uitkering vóór jouw AOW-leeftijd starten: wil je de uitkering laten ingaan voordat je jouw AOW-leeftijd hebt bereikt? Dan moet de uitkering tot minimaal twintig jaar na de AOW-leeftijd doorlopen. Bijvoorbeeld: je bent nu 64 en wilt beginnen met uitkeren. De AOW-leeftijd is 67. Dan is de duur van de uitkeringsperiode minimaal drie jaar (van 64 tot 67 jaar) + twintig jaar.
Uitkering na jouw AOW-leeftijd starten: de uitkering moet uiterlijk vijf jaar na jouw AOW-leeftijd ingaan. De uitkering moet daarnaast minimaal vijf jaar duren. Laat je jouw lijfrente korter dan twintig jaar uitkeren (dat wordt ook wel tijdelijke lijfrente genoemd)? Dan mag de uitkering of uitkeringen (alle tijdelijke lijfrenten) niet hoger zijn dan € 24.168 per jaar (in 2023). Is het jaarlijkse bedrag van de uitkeringen hoger? Dan moet je de uitkeringen minimaal twintig jaar ontvangen. Dit wordt door de fiscus als levenslang gezien.
Je mag een tijdelijke lijfrente en levenslange lijfrente uitkering combineren. Bijvoorbeeld een tijdelijke lijfrente-uitkering van tien jaar die € 15.000 per jaar uitkeert en tegelijkertijd een lijfrente-uitkering van twintig jaar (wordt gezien als levenslang) die € 25.000 per jaar uitkeert. Hierdoor heb je de eerste tien jaar een uitkering van € 40.000 en daarna € 25.000, voor nog eens tien jaar.