Een basislesje lijfrente
Met een lijfrente bouw je fiscaal voordelig een pot geld voor later op. Het is een individueel aanvullend pensioenpotje. Je stort periodiek geld op een geblokkeerde rekening. Bij een bank, verzekeraar of beleggingsinstelling. Bijvoorbeeld bij BrightPensioen. Tijdens de opbouwfase moet die pot geld groeien. Als je met pensioen gaat, laat je die pot geld uitkeren. De uitkeringsfase start meestal als je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Maar eerder of later mag ook.
Elk voordeel heeft z'n nadeel
-
Belastingvoordeel
Wat lijfrente (extra) interessant maakt? Je kunt met belastingvoordeel opbouwen. Je mag de inleg voor lijfrente namelijk aftrekken van de belasting. Tegen de tijd dat je met pensioen gaat, betaal je wel belasting. Maar in de regel minder. Daarnaast betaal je over je lijfrente géén vermogensrendementsheffing.
-
Je geld staat vast
Je raadt het al: er gelden spelregels. Je moet lijfrente gebruiken voor je pensioen. En je moet het geld periodiek laten uitkeren. Over een periode van minimaal vijf jaar. Maar dat is best logisch. Zo kom je niet in de verleiding om het aan andere zaken uit te geven.
Er bestaan drie soorten lijfrentes
-
Beleggingslijfrente
Bij een beleggingslijfrente leg je geld in op een geblokkeerde beleggingsrekening. Jouw geld wordt belegd. Beleggen heeft een hoger verwacht rendement dan sparen, maar ook een hoger risico. Moderne beleggingsinstellingen – zoals Bright – bouwen dat risico af via een lifecycle.
-
Spaarlijfrente
Bij een spaarlijfrente zet je geld op een geblokkeerde spaarrekening tegen een vaste rente bij een bank. Dat heet banksparen. Het heeft een lager risico dan beleggen, maar ook een lager verwacht rendement. En je loopt inflatierisico. Het is vaak niet mogelijk om de doelstelling van 4% boven inflatie te halen met een spaarlijfrente.
-
Verzekerde lijfrente
Een verzekerde lijfrente – of lijfrentepolis – sluit je af bij een verzekeraar. Naast het opbouwen van een potje voor later ben je ook verzekerd. En dat kan tegen van alles zijn. Een gegarandeerd rendement, een gegarandeerd kapitaal, een uitkering bij overlijden, etc. Je kent ze waarschijnlijk beter onder de naam woekerpolis…
Is BrightPensioen lijfrente?
Onze pensioenrekening is een beleggingslijfrente. We beleggen jouw geld breed gespreid in het Bright LifeCycle Fonds. Tien jaar voor je pensioendatum bouwen we het risico af. Zo bouw je fiscaal voordelig een potje op voor later, zonder teveel risico.
Daarnaast mag je – zonder extra kosten – een tweede rekening openen. Zonder fiscaal voordeel, en zonder de regels voor lijfrente. Bijvoorbeeld om je huis af te lossen, een tussenpensioen te nemen of eerder met pensioen te gaan. Leuk toch?
Meer weetjes over lijfrente
-
Kan ik bestaande lijfrentes overhevelen (overboeken) naar BrightPensioen?
Ja! Lijfrente, oftewel pensioenpotjes die je hebt opgebouwd in de derde pijler, bijvoorbeeld via een lijfrentepolis of op een bankspaarrekening, kun je overhevelen naar BrightPensioen. Voor bestaande BrightPensioen deelnemers is dit sowieso aantrekkelijk, omdat Bright verdient aan een jaarlijks vast lidmaatschap en tegen kostprijs belegt. Maar ook nieuwe deelnemers zijn van harte welkom natuurlijk!
Op onze lijfrente overboeken pagina lees je meer.
Nog belangrijk: indien je een lijfrente hebt dat onder het oude regime valt, vervalt dit oude regime. BrightPensioen valt namelijk onder het nieuwe regime lijfrente.
-
Wat is het verschil tussen oud regime en nieuw regime lijfrente?
Jouw BrightPensioen rekening valt onder het zogenoemde “nieuwe regime” lijfrente. Hiervoor gelden andere fiscale spelregels dan voor “oud regime” lijfrente. Wanneer is er sprake is van oud regime en nieuw regime? En wat zijn de verschillen tussen beide regimes? Dat lees je in deze FAQ.
Wanneer is er sprake van een oud regime lijfrente?
Oud regime lijfrente is een term die de Belastingdienst gebruikt voor:
- koopsompolissen (éénmalige lijfrentestortingen) welke zijn afgesloten vóór 1 januari 1992, en;
- lijfrenteverzekeringen met een ingangsdatum vóór 16 oktober 1990 waarvan periodiek premies zijn betaald vóór 1 januari 2001. Hierbij geldt dat de premies niet meer verhoogd mogen zijn na 16 oktober 1990.
Wat zijn de verschillen tussen oud en nieuw regime?
Ingangsdatum lijfrente-uitkering:
Oud regime: Volledig vrije keuze.
Nieuw regime: De uitkering kan ingaan vóór je de AOW-leeftijd hebt bereikt, maar mag niet later dan vijf jaar na je AOW-leeftijd. Laat je de uitkering ingaan voordat je de AOW-leeftijd hebt bereikt? Dan ben je verplicht een uitkering aan te kopen met een looptijd van minimaal twintig jaar na AOW-leeftijd.Hoogte tijdelijke lijfrente uitkering:
Oud regime: Volledig vrij qua looptijd en hoogte uitkering.
Nieuw regime: Startdatum vanaf het bereiken van de AOW-leeftijd en minimale looptijd bedraagt vijf jaar. In 2022 is de jaarlijkse uitkering maximaal € 22.735.Looptijd tijdelijke lijfrente-uitkering:
Oud regime: Een tijdelijke lijfrente-uitkering is mogelijk, maar op dat moment valt de lijfrente onder het nieuwe regime en vervallen de ‘oud regime rechten’. Een uitzondering hierop vormt de verzekerde tijdelijke lijfrente.
Nieuw regime: Wil je eerder met pensioen dan op je AOW-leeftijd? Dan dien je een uitkering aan te kopen die minimaal loopt tot twintig jaar na de AOW-leeftijd. Gedurende de vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd, mag je ook een lijfrente aanschaffen met een looptijd korter dan twintig jaar. De minimale looptijd bedraagt vijf jaar.‘Lump sum’ uitkering:
Oud regime: Het is mogelijk de volledige lijfrente ineens laten uitkeren. Dit is meestal niet aantrekkelijk, omdat de inkomstenbelasting progressief over het gehele bedrag wordt geheven.
Nieuw regime: Bij een lijfrente hoger dan € 4.607 (2022) wordt er naast de inkomstenbelasting ook een boete van 20% (de revisierente) over de volledige uitkering in rekening gebracht door de Belastingdienst.Schenken:
Oud regime: De lijfrente kan geschonken worden aan (klein)kinderen of aan andere begunstigden. De begunstigden betalen hierover inkomstenbelasting.
Nieuw regime: Het is niet mogelijk de lijfrente te schenken aan derden.Overhevelen
Het is mogelijk lijfrente van het oude regime over te hevelen naar BrightPensioen. Bedenk wel dat wanneer je een oud regime lijfrentepolis overhevelt naar BrightPensioen, deze onder het nieuwe regime komt te vervallen en dat daarmee de fiscale regels voor het nieuwe regime zullen gelden.
-
Wanneer mag ik mijn lijfrente (pensioen) laten uitkeren?
Jij mag jouw lijfrente (pensioen) zowel vóór als na jouw AOW-datum laten uitkeren. Wel is het zo dat jouw lijfrente-uitkering uiterlijk vijf jaar na het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt moet starten. De regels verschillen.
Lijfrente-uitkering voor jouw AOW-leeftijd starten: wil je de uitkering laten ingaan voordat je jouw AOW-leeftijd hebt bereikt? Dan moet de uitkering tot minimaal twintig jaar na de AOW-leeftijd doorlopen. Bijvoorbeeld: je bent nu 64 en wilt beginnen met uitkeren. De AOW-leeftijd is 67. Dan is de duur van de uitkeringsperiode minimaal drie jaar (van 64 tot 67 jaar) + twintig jaar.
Lijfrente-uitkering na jouw AOW-leeftijd starten: de uitkering moet uiterlijk vijf jaar na jouw AOW-leeftijd ingaan. De uitkering moet daarnaast minimaal vijf jaar duren. Laat je jouw lijfrente korter dan twintig jaar uitkeren (dat wordt ook wel tijdelijke lijfrente genoemd)? Dan mag de uitkering of uitkeringen (alle tijdelijke lijfrenten) niet hoger zijn dan € 24.168 per jaar (in 2023). Is het jaarlijkse bedrag van de uitkeringen hoger? Dan moet je de uitkeringen minimaal twintig jaar ontvangen. Dit wordt door de fiscus als levenslang gezien.
Je mag een tijdelijke lijfrente en levenslange lijfrente uitkering combineren. Bijvoorbeeld een tijdelijke lijfrente-uitkering van tien jaar die € 15.000 per jaar uitkeert en tegelijkertijd een lijfrente-uitkering van twintig jaar (wordt gezien als levenslang) die € 25.000 per jaar uitkeert. Hierdoor heb je de eerste tien jaar een uitkering van € 40.000 en daarna € 25.000, voor nog eens tien jaar.
Overlijd je tijdens jouw tijdelijke en/of levenslange lijfrente-uitkering? Dan krijgen jouw erfgenamen de resterende uitkeringen volledig doorbetaald.
Een uitkering die uitkeert totdat je overlijdt (dus daadwerkelijk levenslang), kun je alleen bij een verzekeraar afsluiten. Bij zo’n levenslange uitkering bij een verzekeraar blijft er geen geld over voor nabestaanden, als je komt te overlijden. Tenzij je daar weer een extra verzekering voor hebt afgesloten.