Onderzoek: zzp’ers en de fiscale oudedagsreserve
Onderzoeksbureau Multiscope heeft in opdracht van BrightPensioen een onderzoek gedaan naar het gebruik van de (fiscale) oudedagsreserve (of FOR) onder zzp’ers. De aanleiding was dat wij duidelijke signalen hadden dat niet alle zzp’ers op de juiste manier gebruikmaken van de oudedagsreserve.
De oudedagsreserve of FOR is een voorziening waarmee zzp’ers fiscaal vriendelijk een potje voor later kunnen opbouwen. Elk jaar mag een percentage van de winst worden afgetrokken en opzij gezet worden voor de oudedag.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 400 zzp’ers van 18 jaar en ouder tussen 3 en 11 maart van dit jaar (2022).
Het doel van het onderzoek was te achterhalen hoeveel zzp’ers gebruikmaken van de FOR en of ze dit geld ook echt opzijzetten. Diverse media, waaronder de Telegraaf en BNR, berichtten over de uitkomsten van ons onderzoek.
Hieronder een samenvatting van de belangrijkste zaken die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen.
1. Maakt u gebruik van de (fiscale) oudedagsreserve (FOR)?
Met een uitkomst van 34% lijkt deze regeling populairder dan lijfrente. Lijfrente is de andere fiscaal vriendelijke manier om een pensioenvoorziening op te bouwen. Uit onderzoek door Deloitte in 2020 bleek dat ongeveer 10% van de zzp’ers gebruikmaakt van lijfrente.
2. Zet u het bedrag dat u in de boekhouding reserveert voor de 0udedagsreserve (FOR) ook werkelijk apart?
De kernvraag van het onderzoek. Maar liefst 28% blijkt geen geld opzij te zetten, maar wel het bedrag af te trekken.
Nog eens 11% zet minder dan 1/3 van het bedrag opzij. Die groep heeft daardoor wellicht onvoldoende opzijgezet om in de toekomst de uitgestelde belasting te betalen.
Nog eens 14% heeft minder dan de helft (maar meer dan 1/3e) opzijgezet. Vermoedelijk het deel dat men nog aan belasting moet betalen.
Opvallend ook zijn de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke zzp’ers. Van de vrouwen zet 60% het gehele bedrag opzij vs 41% van de mannen.
Ook zaten er grote verschillen in opleidingsniveau. Van de zzp’ers met een MBO achtergrond zet 40% niets opzij. Dat geldt voor 30% van de HBO’ers en 13% van de zzp’ers met een WO achtergrond zet niets opzij.
3. Weet u (bij benadering) wat de hoogte is van de opgebouwde oudedagsreserve?
32% heeft geen idee hoeveel er inmiddels aan opgebouwde reservering in de boeken staat. 44% wist het ongeveer en slechts 25% wist precies hoeveel de oudedagsreserve bedroeg.
4. Was u voor het invullen van deze vragenlijst ervan op de hoogte dat u belasting moet betalen over het oudedagsreserve bedrag dat u in de loop van de jaren hebt opgebouwd zodra u stopt met uw bedrijf of als u met pensioen gaat?
Van de zzp’ers die gebruikmaakten van de oudedagsreserve was 11% zelfs niet eens op de hoogte van het feit dat hier later belasting over betaald moet gaan worden.
5. Wat gebeurt er met het bedrag dat u opzij gezet wordt?
Op de vraag naar de bestemming van het geld aan mensen die wél geld opzij zetten voor de oudedagsreserve zet, geeft 52% aan dit op een spaarrekening te zetten. 19% belegt er mee en 29% geeft aan dat het een andere bestemming heeft. Ook hier is een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Van de vrouwen zet 64% het op een spaarrekening te zetten, tegenover 46% van de mannen.
Conclusie: de FOR is populair, maar kent ook een valkuil
De oudedagsreserve is populair. Een voor de hand liggende reden hiervoor is dat zzp’ers hun geld (nog) niet definitief vast willen zetten. En er in geval van financiële nood eerder aan kunnen komen. Maar in de vrijblijvendheid schuilt overduidelijk een gevaar. Een groot deel van de zzp’ers zal in de toekomst vermoedelijk in de problemen komen wanneer ze de uitgestelde belasting moet betalen.
Onze tip: pas de regels aan
De fiscale oudedagsreserve is te vrijblijvend en de regels voor lijfrente te strikt.
Om te voorkomen dat de reservering alleen op papier staat en zzp’ers in de toekomst de belastingclaim niet kunnen betalen, kan een extra voorwaarde opgelegd worden dit geld ook daadwerkelijk opzij te zetten.
En een verruiming van de opnamemogelijkheden voor lijfrente zal de bereidheid geld daarvoor opzij te zetten vergroten. Daarnaast moet de berekening voor de lijfrenteaftrek – net als bij de oudedagsreserve – gebaseerd worden op het inkomen van het huidige jaar.
Kamervragen over de oudedagsreserve
Naar aanleiding van ons onderzoek hebben Inge van Dijk en Hilde Palland van het CDA kamervragen gesteld aan staatssecretaris Martin van Rijn van Financiën. Deze kwam enkele weken later met antwoorden, waarbij aangegeven is dat men voornemens is de oudedagsreserve af te schaffen.
We zijn het eens dat er iets moest gebeuren met de oudedagsreserve. Alleen is het afschaffen ervan, zonder dat daarvoor iets in de plaats komt, wel een erg botte maatregel. Daarom spannen we ons in om de regels voor lijfrente aangepast te krijgen, zodat er meer mogelijkheden komen om in geval van financiële nood eerder bij het opzij gezette vermogen te kunnen komen.