21 november 2016
Sjaak Zonneveld is gastauteur op Follow The Money. Hier zijn blog ‘Schaf de gelijke AOW leeftijd af‘
Met de verkiezingen op komst pleit 50Plus voor een AOW-leeftijd van 65 jaar voor iedereen. Oneerlijk, zo stelt gastauteur Sjaak Zonneveld. Mensen met fysiek zware beroepen worden in dat geval namelijk benadeeld, meent hij. Is er een pensioenregeling mogelijk die wel rekening houdt met individuele verschillen?
Afgelopen vrijdag mocht Henk Krol weer eens bij Pauw aanschuiven om duidelijk te maken dat ouderen het in Nederland helemaal niet zo goed hebben. De CBS-cijfers bewijzen het tegendeel, maar 50Plus twijfelt sowieso aan de betrouwbaarheid van het CBS.
Het belangrijkste speerpunt in het verkiezingsprogramma van 50Plus: de AOW-leeftijd moet terug naar 65. Voor hoe lang? ‘Zo lang als er zo veel jeugdwerkeloosheid is,’ aldus Krol. Zijn argument is dat als ouderen eerder mogen stoppen met werken, er banen vrijkomen voor jongeren. Econoom Matthijs Bouwman wees de 50Plus-voorman er op dat dit in het verleden met de VUT ook niet heeft gewerkt. Economen betogen juist dat de werkloosheid daalt wanneer er meer gewerkt wordt.
Niet realistisch
Dat argument van Krol gaat dus niet op. Toch heeft 50Plus een punt. Doorwerken tot 67 jaar is namelijk niet realistisch, althans niet voor sommige Nederlanders. Een stukadoor of stratenmaker zal tegen die tijd versleten zijn, waarschijnlijk zelfs eerder. Mensen met dergelijke beroepen zijn dan afhankelijk van andere sociale voorzieningen. Terwijl de hoogleraar of consultant wellicht best nog wat langer door kan werken.
Recent werd er geopperd alle 60-plussers dan maar een basisinkomen te geven: voor iedere Nederlander vanaf 60 jaar 1200 euro per maand gratis geld. Maar als 1100 euro per maand (de AOW) al niet meer betaalbaar is bij een AOW-leeftijd van 65, dan is 1200 euro per maand voor iedere 60-plusser dat zeker niet. Zelfs de PvdA noemde het ‘poepduur’. Toch zou je het de stukadoor en de stratenmaker gunnen. Hun levensverwachting is immers een stuk lager dan die van de hoogleraar en de consultant.
Verschillende levensverwachting
Als een stukadoor bij een verzekeraar een arbeidsongeschiktheidsverzekering wil afsluiten, betaalt hij een hogere premie dan een consultant. Het risico dat hij arbeidsongeschikt raakt, is immers groter. Pensioen is een verzekering tegen het ‘lang leven-risico’. Dat risico delen we met elkaar. De ene persoon wordt 100 jaar en heeft geluk, de ander legt een week na pensionering het loodje en heeft pech. Maar het risico op een lang leven is in het geval van de stukadoor veel kleiner dan bij de consultant. Als deze stukadoor zijn pensioen bij dezelfde verzekeraar heeft lopen, betaalt hij echter niet minder premie. Ook krijgt hij niet meer pensioen
Er bestaan enorme verschillen in de levensverwachting. En we kunnen steeds beter voorspellen hoe oud mensen worden. Toch doen we als het gaat om pensioen nog altijd alsof er geen verschil in levensverwachting is — nota bene onder het mom van solidariteit. Dat heeft niets met solidariteit te maken. Een gelijke AOW-leeftijd voor alle Nederlanders is dan ook hartstikke oneerlijk.
Eerlijker pensioen
Waarom geven we niet iedere Nederlander de mogelijkheid om vanaf zijn of haar 60ste AOW (en pensioen) aan te vragen? Op basis van het profiel van de aanvrager wordt de individuele levensverwachting bepaald en daarmee de hoogte van de AOW/pensioenuitkering. Zowel de stukadoor als de hoogleraar kunnen dan zodra zij 60 zijn al met pensioen. De stukadoor zal in dat geval maandelijks een hoger bedrag aan AOW krijgen dan de hoogleraar, maar die laatste zal er vermoedelijk ook nog niet aan moeten denken al te stoppen.
Op deze manier wordt pensioen eerlijker, flexibeler en houdbaarder. En dit is voor alle partijen te verkopen aan de achterban. Nou ja, misschien wat moeilijker aan hoogopgeleide 50Plus-stemmers — maar die zouden het toch moeten begrijpen.