11 februari 2015
Beste mevrouw Klijnsma,
Eigenlijk heeft u mijn bijdrage aan de Nationale Pensioendialoog een jaar geleden al ontvangen. Enthousiaste lezers van ‘Het Nieuwe Werken aan je pensioen’ vonden dat u mijn boek moest lezen en hebben u een exemplaar bezorgd. Nu bent u het afgelopen jaar erg druk geweest, dus wellicht heeft u nog geen kans gezien het te lezen. Vandaar deze verkorte versie.
De Nationale Pensioendialoog richt zich tot nu toe vooral op ons pensioenstelsel. Maar wat is nu eigenlijk het probleem? We hebben het op één na hoogste pensioenvermogen per hoofd van de bevolking ter wereld. Geen land ter wereld keert zo’n hoog pensioen uit als Nederland. En we worden zó oud, dat we bijna 20 jaar lang ‘pensioneren’. Als Nederland al een probleem heeft, hoe moet het de rest van de wereld dan vergaan?
Het grootste probleem is ons denken over pensioen. We zijn vergeten waar pensioen ooit voor was bedoeld. Het eerste wettelijke staatspensioen van de Duitse kanselier Bismarck in 1889 was een voorziening voor mensen die niet meer zelfstandig in hun levensonderhoud konden voorzien. Pensioen was een middel. De pensioenleeftijd was toen 70(!) jaar. Dat werden er destijds weinigen. Honderd jaar later was in Nederland de leeftijd waarop mensen met pensioen gingen met tien jaar gedaald en de gemiddelde levensverwachting met 30 jaar gestegen.
In dat gat sprongen de pensioenverzekeraars. Reclames met pensionado’s op palmenstranden deden ons geloven dat pensioen gelijk stond aan van het leven genieten. En wie wil er nu niet genieten? Dus zijn we met z’n allen ongelooflijk veel geld opzij gaan zetten. Om aan het eind van ons leven maar zo lang mogelijk te kunnen ‘genieten’. Pensioen werd van middel een doel. Maar hoe logisch is het om gedurende de meest fitte jaren van ons leven alleen maar te werken? Om zoveel geld opzij te zetten, dat we de laatste 20 jaar van ons leven het ‘zwitserlevengevoel’ kunnen gaan ontdekken? Op een leeftijd dat de geest nog fris is, maar het lichaam vaak mankementen begint te vertonen.
Anders dan in de tijd van Bismarck, doen de meesten van ons geen fysiek zwaar werk meer. Voor de meesten van ons geldt, dat we nog prima zelfstandig in ons levensonderhoud kunnen voorzien na de pensioenleeftijd. Diverse onderzoeken tonen aan dat we langer en gelukkiger leven zolang we actief een bijdrage aan de maatschappij blijven leveren. Dus waarom hebben we ons als doel gesteld zo vroeg mogelijk te stoppen? Waarom gokken we op die laatste 20 jaar om dan pas ‘van het leven te gaan genieten’? Het is immers echt een gok, want niet iedereen is die 20 jaar gegund. Eén op de vijf komt niet eens aan pensioen toe. Dus waarom gaan we niet eerder die dromen verwezenlijken?
Het wordt tijd dat meer mensen zich realiseren, dat de manier waarop we nu ons leven inrichten, niet de meest logische is. Bovendien wordt dit in toenemende mate onbetaalbaar. U heeft zelf ook geprobeerd mensen duidelijk te maken dat ze ook op een andere manier invulling kunnen geven aan hun pensioen. Nu was de moestuin misschien niet het gelukkigste voorbeeld, maar de kern van uw boodschap was goed. Namelijk dat je pensioen breder moet zien dan alleen die maandelijkse uitkering. Dat het goed is om als gepensioneerde activiteiten te ontplooien die financieel of maatschappelijk iets opleveren. Dat ‘doorwerken zo lang je nog kunt’ geen straf is maar een zege.
Naast ons denken is er nog iets dat een dergelijke verandering in de weg staat. En dan komen we uiteindelijk toch op ons pensioenstelsel. Want voor de meeste mensen geldt dat ze überhaupt geen keuze hebben om op een andere manier invulling te geven aan hun pensioen. Voor hen is bepaald hoeveel pensioen ze moeten opbouwen en wanneer ze met pensioen mogen. En wie een groot deel van zijn salaris verplicht in een collectieve pot ziet verdwijnen, wil daar uiteindelijk ook een eerlijk deel van terug zien. En daardoor zitten we vast.
Het probleem wat we moeten oplossen is het ontbreken van individuele eigendomsrechten. Goed beschouwd is dat het enige échte probleem van ons pensioenstelsel. De doorsneepremie, lage dekkingsgraden, perverse solidariteit en generatieconflicten zijn allemaal gevolgproblemen van het ontbreken van individuele eigendomsrechten. Als dat opgelost wordt kunnen meer mensen op een andere manier aan hun pensioen werken. De manier van ‘Het Nieuwe Werken aan je pensioen.’
Sjaak Zonneveld