17 mei 2018

Image

Mensen met een kortere levensverwachting kunnen best eerder met pensioen. Dat zal veelal gelden voor mensen met zware beroepen. Het heeft ook tot gevolg dat de beter verdienende en de gezondere Nederlanders wel wat langer moeten doorwerken. Zo houden we de pensioenen eerlijk en betaalbaar, meent Sjaak Zonneveld, mede-oprichter van BrightPensioen..

De PvdA heeft spijt van de AOW-maatregelen van het kabinet waarvan ze zelf deel uitmaakte. De AOW-leeftijd hoeft bij nader inzien toch niet zo snel omhoog. En daarmee sluit ze zich aan bij andere oppositiepartijen als de SP, de PVV en 50Plus. De PvdA pleit nu voor een flexibele AOW waarbij ‘iedereen de keuze krijgt vanaf 65 te stoppen met werken’. Deskundigen menen echter dat dit plan onverantwoord is.

De AOW-leeftijd op grote schaal verlagen, is niet haalbaar. Tegelijkertijd is langer doorwerken voor een bepaalde groep mensen ook niet haalbaar. En juist die mensen hebben niets aan een flexibele AOW, omdat ze daarmee onder het bestaansminimum zakken, toonde onderzoeksbureau SEO eerder al aan. Daarom wordt ook wel geopperd een uitzondering te maken voor mensen met een zwaar beroep. Maar hoe definieer je een zwaar beroep? Bovendien is de tijd dat mensen hun hele leven hetzelfde (zware) beroep uitoefenen voorbij.

Individuele pensioenpotjes

De oplossing ligt dan ook niet in het maken van uitzonderingen voor bepaalde beroepen, maar in een systeem van individuele pensioenpotjes. Want als mensen een individuele pensioenpot hebben opgebouwd, kan er rekening worden gehouden met individuele verschillen. En dan met name met de grote verschillen in levensverwachting. Mensen met de hoogste inkomens leven in Nederland gemiddeld 7,5 jaar langer dan mensen uit de laagste inkomensgroep. Maar bij onze pensioenen gaan we ervan uit dat iedereen gemiddeld even oud wordt. Nota bene onder het mom van solidariteit.

Des te opvallender is het dat de eerder genoemde oppositiepartijen mordicus tegen een systeem van individuele pensioenpotjes zijn. Wellicht omdat er bij een dergelijk systeem minder sprake is van solidariteit. En het begrip solidariteit geeft – zeker bij linkse partijen – een warm gevoel. Maar waar solidariteit normaliter betekent dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, is het in ons pensioenstelsel precies andersom. De zwakkere betaalt voor de sterkere. Er vindt een niet uit te leggen herverdeling van pensioengeld plaats van laag opgeleid naar hoog opgeleid. De SP en de PvdA zouden zich moeten realiseren dat juist de groepen waarvoor zij zeggen op te komen, de dupe zijn van deze perverse vorm van solidariteit.

In de praktijk

Voor iedereen die denkt dat het individueel bepalen van de levensverwachting praktisch niet uitvoerbaar is: in Engeland gebeurt het al. En het gebeurt ook in Nederland, maar dan andersom. Sluit maar eens een overlijdensrisicoverzekering af. Dat is een verzekering tegen het zogenoemde kortlevenrisico. Dan wordt er op individuele basis een risicoschatting gemaakt. En dat vinden we volstrekt acceptabel.

Pensioen is een verzekering tegen het langlevenrisico. Het is weinig sociaal om te blijven doen alsof dat risico voor iedereen even groot is. En door ontwikkelingen op gebied van biotechnologie kunnen we steeds beter voorspellen hoe oud iemand wordt.

Door pensioenen individueel te maken, kan het langlevenrisico individueel worden bepaald. En dan kunnen mensen met een kortere levensverwachting eerder met pensioen. Dat zal veelal gelden voor mensen met zware beroepen. Het heeft ook tot gevolg dat de beter verdienende en de gezondere Nederlanders wel wat langer moeten doorwerken.

Een pensioenstelsel met individuele potjes is niet duurder of goedkoper dan een collectief stelsel. Het is wel een stuk eerlijker. De overgang naar zo’n individueel stelsel is de grootste uitdaging. En daar zou de discussie over moeten gaan. Het kabinet wil individuele pensioenpotten. De oppositie wil een lagere AOW-leeftijd voor bepaalde groepen mensen. Beide wensen kunnen op deze manier worden vervuld.

Lees het opiniestuk in Trouw