Onderzoek: wat vinden Bright-leden belangrijk?
Bright is een financiële instelling die helder en transparant wil zijn over alles.
Bright wil geen geld verdienen aan het (pensioen)vermogen van de deelnemers, maar aan een eerlijke, vaste vergoeding voor de dienstverlening.
Het vermogen wordt duurzaam en tegen kostprijs belegd en we streven een maatschappelijk doel na in plaats van winstmaximalisatie.
Onze deelnemers hebben – via de deelnemerscoöperatie – zeggenschap en als er winst gedeeld kan worden, delen de leden mee. Belangrijke kenmerken van BrightPensioen zijn daarom:
1. Een vaste vergoeding voor de dienstverlening
2. Coöperatief model
3. Meedelen in de winst
4. Duurzaam beleggen
5. Social enterprise (geen winstmaximalisatie)
Met het huidige bedrijfsmodel lopen wij tegen een aantal belangrijke knelpunten aan. Hierover lees je verderop meer. Om hiervoor een oplossing te bieden, is een wijziging in de juridische structuur noodzakelijk.
Daarom hebben we bij onze leden geïnventariseerd welke van bovengenoemde aspecten ze belangrijk vinden. En wat eventueel aanvullende belangrijke aspecten zijn. Zodat we hiermee bij een nieuwe structuur rekening kunnen houden.
Ruim 450 leden lieten ons weten hoe belangrijk ze – op een schaal van 1 tot 10 – bovengenoemde aspecten vinden.
Vaste vergoeding | 8,6 |
Coöperatief model | 7,6 |
Meedelen in de winst | 8,0 |
Duurzaam beleggen | 8,6 |
Social enterprise | 8,6 |
Goed om te zien dat eigenlijk al deze aspecten belangrijk gevonden worden en er geen enorme verschillen zijn. Bij de aanvullende aspecten lazen we veel waardevolle input. Het woord ’transparantie’ werd hier overigens het meeste genoemd.
Coöperatief bedrijfsmodel
Tien jaar na de officiële oprichting van Bright zijn we op een punt beland waarbij we met het huidige bedrijfsmodel tegen een aantal uitdagingen aanlopen.
Wij zijn Bright gestart vanuit onvrede over het Nederlandse financiële stelsel in het algemeen en het pensioenstelsel in het bijzonder. Oneerlijk, niet transparant en niet duurzaam. Waarom heb je als (verplichte) deelnemer van een pensioenfonds niets te zeggen over jouw pensioen? Waarom kun je zelf niet kiezen voor een pensioenuitvoerder? Waarom verdienen commerciële pensioenaanbieders geld door dat uit de pensioenpot van deelnemers te halen? Waarom bestaan er – naast pensioenfondsen – voornamelijk aanbieders die winstmaximalisatie nastreven? En waarom wordt er niet duurzamer belegd?
Coöperatief model BrightPensioen
BrightPensioen is opgericht in 2013. In de nadagen van de kredietcrisis verloren veel Nederlanders het vertrouwen in financiële instellingen en ontstonden er initiatieven zoals broodfondsen. De coöperatieve gedachte sprak ons aan en we wilden een sociaal onderneming – of social enterprise – worden.
Nu kan een coöperatie geen vergunning van de AFM krijgen, dus het coöperatieve model moest op een andere manier vormgegeven worden. Voor de financiering kozen we in 2014 voor crowdfunding. Deze crowdfunders werden via een coöperatie certificaathouder.
Dit bracht ons op het idee om de deelnemers van Bright op eenzelfde wijze – via een coöperatie – mee te laten investeren in BrightPensioen en op deze manier een stukje zeggenschap te geven. Ter voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling met de crowdfunderscoöperatie werd hiervoor een aparte (deelnemers)coöperatie opgericht.
Eerste jaren BrightPensioen
Bright is gelanceerd in februari 2015. Vanaf toen tot 1 januari 2021 investeerde elk nieuwe Bright-lid in BrightPensioen door een hoger bedrag dan verplicht (door de AFM) aan inschrijfkosten te betalen, in ruil voor certificaten van aandelen. De AFM verplicht financiële instelling om een reële vergoeding voor ‘distributiekosten’ in rekening te brengen. Elke nieuwe deelnemer betaalde € 100 inschrijfkosten en werd zo voor een klein stukje ‘mede aandeelhouder’ (certificaathouder).
Met de andere aandeelhouders was overeengekomen dat BrightPensioen in totaal maximaal 5 miljoen nieuwe aandelen mocht uitgeven voor dit doel. Deze certificaten werden maximaal eens per jaar uitgegeven door de notaris. Zodra een deelnemer daadwerkelijk betalend lid werd, werden de certificaten definitief toegekend.
Zwarte cijfers bij 10.000 leden
Wij hadden berekend dat Bright bij ongeveer 10.000 deelnemers zwarte cijfers zou schrijven. Dit bleek te kloppen en vanaf dat moment waren er geen extra investeerders meer nodig. Nieuwe leden hoefde daarom geen € 100 inschrijfgeld meer te betalen, maar € 50.
Zoals eerder genoemd: Bright is door de AFM verplicht een reëel bedrag aan distributiekosten te rekenen aan elke nieuwe klant. Deze kosten variëren jaarlijks en zijn onder meer afhankelijk van de gemaakte advertentiekosten. Concullega’s rekenen bedragen tussen de de € 40 en € 50. Er blijft dus nog een klein bedrag over voor certificaten voor deelnemers. Hierbij liepen we tegen een aantal uitdagingen aan.
Uitdaging 1: certificaten inkopen
Tot 2021 kon BrightPensioen zelf (extra) certificaten van aandelen uitgeven. Zowel voor nieuwe deelnemers als via het “Delen voor aandelen” (member-get-member) programma. Vanaf het moment dat we geen extra certificaten van aandelen meer konden uitgeven, moet BrightPensioen certificaten inkopen bij bestaande aandeel- en/of certificaathouders. Dit bleek een uitdaging. Bright is inmiddels dan wel winstgevend, maar zolang de verliezen uit het verleden nog niet goedgemaakt zijn, is inkopen van eigen aandelen juridisch niet toegestaan. Bovendien is dit model op de lange termijn niet houdbaar. Je kunt immers niet onbeperkt aandelen inkopen: ze zijn een keer op.
Uitdaging 2: meedelen in de winst
Ook dividend uitkeren is niet toegestaan zolang de aanloopverliezen van de eerste jaren niet goedgemaakt zijn. Dat laatste zal nog een aantal jaren duren. Zeker als we door willen investeren in groei. Wij zoeken daarom naar alternatieve mogelijkheden om eerder invulling te geven aan het ‘meedelen in de winst’ door de deelnemers. Bijvoorbeeld door middel van een korting op het lidmaatschap, iets dat wél sneller gerealiseerd zou kunnen worden.
Uitdaging 3: dividend uitkeren niet efficiënt
Los van de tijd die het nog duurt om dividend te mogen uitkeren, zijn er ook operationele uitdagingen. Wij hebben tienduizenden deelnemers die straks allen een heel klein stukje winstdeling krijgen. Dat zijn bedragen die – zeker de eerste jaren – de administratie- en transactiekosten niet zouden overstijgen.
Uitdaging 4: kopen en verkopen van (certificaten van) aandelen
Naast de deelnemers en oprichters heeft BrightPensioen nog meer investeerders. Zo hebben we honderden crowdfunders, enkele individuele investeerders (‘business angels’) en Allianz. De eerste crowdfunders hebben al in 2014 (via het platform Symbid) geïnvesteerd en in 2016 nogmaals. In 2017 heeft een aantal Bright-leden met een crowdfunding exclusief voor Bright-leden meegedaan.
Een aantal investeerders heeft aangegeven inmiddels weleens (een deel van) hun aandelenbelang te willen verkopen. Tegelijkertijd zijn er Bright-leden die best wat meer geld in Bright zouden willen investeren. Op dit moment is het alleen niet mogelijk om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Symbid heeft uiteindelijk nooit de mogelijkheid geboden om certificaten te verhandelen en is inmiddels overgenomen door Seedblink.
Het goede nieuws is dat er inmiddels meerdere MTF platforms bestaan waarop we alle investeerders van BrightPensioen (crowdfunders, deelnemers en overige investeerders) zouden kunnen faciliteren bij het aan- en verkopen van hun aandelen/certificaten.
Uitdaging 5: nevenactiviteiten niet toegestaan
BrightPensioen is in de loop der jaren meer producten gaan bieden, zoals Bright beleggen en de Bright Nabestaandenverzekering. Maar we hebben meer wensen. Zo zouden we op termijn mogelijk ook verduurzamingshypotheken aan willen bieden. Dit is een activiteit die we nu niet mogen uitvoeren. De toezichthouder verbiedt ‘nevenactiviteiten’ vanuit (vergunninghouder) BrightPensioen. Om dit toch te kunnen doen moeten we een aparte entiteit oprichten.
De oplossing: een nieuwe structuur
Om een oplossing te kunnen bieden aan bovengenoemde uitdagingen, zijn we gaan werken aan een structuur die hier een oplossing voor zou kunnen bieden en die toekomstbestendig is. Deze structuur moet – naast een oplossing voor bovengenoemde uitdagingen – tegelijkertijd waarborgen dat de aspecten die onze leden belangrijk vinden, in stand blijven.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) op 7 mei 2024 wordt er gestemd voor een principeakkoord voor een nieuwe structuur.