Wat is een zwaar beroep? En wanneer moet je daarmee stoppen?
‘Bijna de helft van de werkenden houdt het niet vol tot de pensioenleeftijd’, zo luidde de kop van een artikel in Het Parool van 27 maart. Met op de foto de inmiddels bijna karikaturale stratenmaker als toonbeeld van iemand die niet tot zijn pensioen kan doorwerken. Uit onderzoek van vakbond CNV bleek dat maar liefst 57 procent van de respondenten meende een zwaar beroep te hebben. Maar wat is een zwaar beroep?
Die discussie kom je nooit uit. Duidelijk is dat de meerderheid van de respondenten zijn of haar beroep als zwaar ervaart. Maar kun je daar een objectief oordeel over vellen? Over de stratenmaker zijn we het wel eens. Maar is werken in het onderwijs zwaar? In de zorg? Ik denk dat elk beroep dat je al meer dan 25 jaar doet vanzelf als zwaar wordt ervaren. Of dat je daar in elk geval wel eens een keer op uitgekeken bent. En dat je er misschien naar uitkijkt om ermee te stoppen.
Maar is de enige oplossing dan – zoals de vakbonden steevast pleiten – om mensen eerder met pensioen te sturen? Zodat ze dan eindelijk aan ‘het grote genieten van een (fictief) Zwitserlevengevoel’ kunnen beginnen? Nee, natuurlijk niet. Los van het feit dat dit financieel niet mogelijk is – CNV geeft aan dat dit voor 6 van de 10 mensen niet kan – is dat niet iets waar mensen uiteindelijk gelukkiger van worden. Ook dat tonen onderzoeken aan.
Als mensen opgebrand raken – en liever al eerder dan dat dit gebeurt – moeten ze iets anders gaan doen. Een stratenmaker moet dus al ver voor zijn pensioenleeftijd gaan nadenken over een andere invulling van zijn dag. Wat kan en wil hij na het straten maken gaan doen? En wat (voor opleiding) is daarvoor nodig? Dáár moet de discussie over gaan, in plaats van over vroeg met pensioen gaan. Los van het feit dat dit door de vergrijzing gewoonweg niet mogelijk is, worden mensen gelukkiger als ze zinvol werk doen.
En die verre reizen dan, waarmee de reclames van Zwitserleven je lekker maken? Die moet je al veel eerder maken. Tijdens een tussenpensioen bijvoorbeeld. Ja, daar moet je ook geld voor opzij zetten. Maar een tussenpensioen kost veel minder dan jaren eerder met pensioen gaan. En het geeft je de tijd om eens rustig na te denken wat voor ander werk je zou kunnen gaan doen als je op je huidige werk bent uitgekeken. Het goede nieuws is: er is de komende decennia genoeg werk. Maar eerst die gedachte loslaten dat je van pensioneren gelukkig wordt.