Twee manieren om de Belastingdienst mee te laten betalen aan je pensioen
Als zzp’er – of beter gezegd: IB-ondernemer – kun je op twee manieren fiscaal vriendelijk een pot voor later opbouwen.
1. Door gebruik te maken van jaarruimte (via lijfrente)
2. Door gebruik te maken van de oudedagsreserve (tot 1 januari 2023)
Beide hebben voor- en nadelen.
De jaarruimte
De eerste fiscaal vriendelijke manier om pensioen op te bouwen, is door gebruik te maken van je jaarruimte. Dat doe je door een bedrag te storten op een pensioen (lijfrente) rekening. Over deze storting hoef je geen inkomstenbelasting te betalen. Die betaal je pas als je met pensioen gaat. Maar in de regel betaal je dan minder. Bovendien betaal je geen vermogensbelasting over je opgebouwde lijfrente (pensioen) vermogen.
De jaarruimte is een percentage van 13,3% van jouw inkomen van vorig kalenderjaar, minus de AOW-franchise. De AOW-franchise is het deel van het inkomen waarover je geen pensioen mag opbouwen, omdat je straks AOW krijgt.
Voor- en nadelen van jaarruimte
Voordelen
- Je betaalt geen inkomstenbelasting over je inleg.
- Je betaalt geen vermogensbelasting over je opgebouwde lijfrentepot.
- Je pensioen staat veilig voor de vermogens- of bijstandstoets.
- Er geldt geen limiet voor de hoogte van je pot met lijfrente.
Nadelen
- Het geld staat vast tot aan je pensioen.
- De jaarruimte is gebaseerd op het inkomen van vorig jaar. Dit kan lastig zijn bij een (sterk) fluctuerend inkomen1).
- Het kan je wat tijd kosten om je jaarruimte te berekenen.
- Bij een lager inkomen dan € 44.000 heb je minder fiscaal voordeel2).
- Het opgebouwde vermogen moet je in termijnen over een periode van minimaal 5 jaar laten uitkeren.
1) Heb je vorig jaar veel verdiend, maar dit jaar niet? Dan mag je dit jaar veel inleggen terwijl je weinig verdient en weinig aftrek hebt. Of andersom.
2) Vanwege de AOW franchise waarover je geen pensioen mag opbouwen.
De (fiscale) oudedagsreserve (tot 1 januari 2023)
De tweede manier om met belastingvoordeel een pot voor later op te bouwen, is door gebruik te maken van de oudedagsreserve (afgekort: de FOR). Dit kan alleen als je IB-ondernemer bent. Daarnaast wordt de oudedagsreserve afgeschaft per 1 januari 2023.
Je reserveert een bedrag van 9,44% (max. € 9.632) van je winst uit onderneming in het huidige kalenderjaar voor je oudedag.
Voor- en nadelen van de oudedagsreserve
Voordelen
- Het geld staat niet definitief vast, omdat je het zelf beheert.
- Jouw oudedagsreserve is een eenvoudige berekening.
- Het is mogelijk om (een deel van) de oudedagsreserve vrij te laten vallen.
- Het fiscale voordeel – de belastingaftrek – heeft betrekking op hetzelfde jaar waarin het inkomen verdiend is. Dus in een jaar waarin je veel verdient, heb je veel aftrek.
Nadelen
- De oudedagsreserve mag niet groter worden dan het eigen vermogen in jouw bedrijf.
- Het eventuele rendement dat je met jouw oudedagsreserve maakt, is belast.
- Het vermogen staat niet veilig voor een vermogens- of bijstandstoets.
- Bij inkomens boven de € 44.000 heb je minder fiscaal voordeel, vanwege het lagere percentage van 9,44%.
- Het maximum is lager dan bij lijfrente.
- De oudedagsreserve vraagt discipline om het geld daadwerkelijk te reserveren. Je moet die uitgestelde belasting namelijk wel ooit betalen.
- De FOR regeling loopt tot 1 januari 2023.
De jaarruimte en oudedagsreserve zijn ‘communicerende’ vaten. Het is niet ‘en-en’. Gebruik je in een bepaald jaar de oudedagsreserve? Dan heb je het volgend jaar minder (of zelfs geen) jaarruimte.
En aangezien de oudedagsreserve regeling stopt per 1 januari 2023, is het het overwegen waard om jouw pensioen op te bouwen op een lijfrenterekening (in plaats van via de FOR). Lees hieronder meer over onze pensioenoplossingen.