Vragen over Lidmaatschap & kosten

Terug naar alle vragen DGA Werkgever Werknemer Zzp'er

  • Bijdrage berekenen voor het pensioen van je medewerkers

    Hoeveel en op welke manier een werkgever bijdraagt is een afspraak tussen werkgever en werknemer. Hier sta je als werkgever in principe helemaal vrij in. Natuurlijk mèt inachtneming van de regels omtrent gelijke behandeling en beloning van werknemers.

    In 2023 is de fiscale ruimte flink vergroot en dit biedt meer mogelijkheden. Het jaarruimtepercentage is verhoogd van 13,3% naar 30%. Mensen kunnen nu dus veel meer opbouwen en je medewerker zal niet snel over het maximum gaan.

    Echter: vanaf 2024 is ook de AOW-franchise verhoogd. De AOW-franchise is het bedrag waarover je géén pensioen mag opbouwen. Dat werd verhoogd van € 13.646 naar € 17.545. En dat heeft dus een negatief effect op de hoogte van je inleg, medewerkers met een laag inkomen zullen toch minder jaarruimte hebben. Zie verderop voor meer uitleg.

    Let op: de pensioenbijdrage binnen de derde pijler gaat in de vorm van een toelage op het salaris. Het is niet toegestaan dat deze bijdrage in 2024, als gevolg van een hogere franchise, lager wordt.

    Goed om te weten: het is niet noodzakelijk om deze (aangepaste) franchise te hanteren voor je werkgeversbijdrage. Belangrijk is dat je medewerkers niet boven het fiscale maximum komen met hun inleg. Misschien is dit het moment de pensioenbijdrage voor je medewerkers te heroverwegen.

    In de praktijk komen wij de volgende manieren om de bijdrage te bepalen het meest tegen:

    1. Een werkgeversbijdrage als % van het bruto maandsalaris.

    Voorbeeld: Hanna verdient € 3.000 bruto per maand. De werkgeversbijdrage is bepaald op 5% van het maandsalaris. De bijdrage komt dan neer op 5% van € 3.000 =  € 150 bruto per maand.
    Voordelen: Hiermee maak je het jezelf administratief makkelijk. Je bent niet afhankelijk van een – jaarlijks wijzigende – franchise. Ook is dit eerlijker. Medewerkers krijgen allemaal eenzelfde percentage van hun loon. En een franchise is immers ongunstig voor medewerkers met een laag inkomen (zie verderop).                                                                  Nadeel: Met name bij mensen met een laag inkomen is het mogelijk om boven de franchise uit te komen (zie verderop).

    2. Een werkgeversbijdrage als % van de officiële grondslag.

    Voorbeeld: Hanna verdient € 3.000 bruto per maand. De werkgeversbijdrage is 8% van de grondslag voor lijfrente. De grondslag is het bruto jaarinkomen van het vorige jaar minus de AOW-franchise. Het bruto jaarinkomen van Hanna is € 38.880 (12 x € 3.000 + vakantiegeld). Trek je daar de AOW-franchise vanaf dan kom je op € 38.880 – € 17.545 = € 21.335 als grondslag voor de lijfrente. 8% x € 21.335 = €1.706,80. Dit komt neer op
    € 142,23 werkgeversbijdrage per maand.
    Voordeel: Op deze manier is het niet mogelijk om per ongeluk meer dan de jaarruimte in te leggen.
    Nadelen: Deze franchise wordt elk jaar hoger. In 2024 is deze zelfs flink verhoogd van € 13.646 naar € 17.545. Je moet de bijdrage dan steeds wijzigen als de franchise wijzigt. Je moet het inkomen van het vorige jaar nemen voor het bepalen van de inleg van het lopende jaar. Ook is een franchise ongunstig voor medewerkers met een laag inkomen (zie verderop).

    3. Een werkgeversbijdrage als % van een fictieve grondslag.

    Een fictieve grondslag is het bruto jaarsalaris minus een vast bedrag, dat vergelijkbaar is met (maar niet hetzelfde als) de AOW-franchise. We nemen € 15.000 als voorbeeld van dit vaste bedrag.
    Voorbeeld: Hanna verdient € 3.000 bruto per maand. De werkgeversbijdrage is 8% van de grondslag. Het bruto jaarinkomen van Hanna is € 38.880 (12 x € 3.000 + vakantiegeld). Trek je daar de € 15.000 vanaf dan kom je op € 23.880 fictieve grondslag. 8% x € 23.880 = € 1.910,40. Dit komt neer op € 159,20 werkgeversbijdrage per maand.
    Voordelen: Ten opzichte van optie 2: de berekening hoeft niet elk jaar te worden aangepast. En het zal ook hierbij niet snel voorkomen dat iemand per ongeluk meer dan de jaarruimte inlegt.
    Nadelen: Je neemt het inkomen van het vorige jaar voor het bepalen van de inleg van het lopende jaar. Een franchise is ongunstig voor medewerkers met een laag inkomen (zie verderop).

    Let op werknemers met een laag inkomen:   

    Voor mensen met een laag inkomen is er, ondanks het hogere percentage jaarruimte, een risico dat ze meer inleggen dan hun jaarruimte toelaat. Dat komt door de verhoogde AOW-franchise.

    Het omslagpunt voor dat risico van een te hoge inleg ligt op een jaarinkomen van € 20.650. Bij dit inkomen heb je een jaarruimte van € 932 per jaar. Deze jaarruimte geldt zowel in de berekening van begin 2023 (13,3 % over een pensioengrondslag van (€ 20.650 – € 13.343 =) € 7.004) als in de berekening van begin 2024 (30% over een pensioengrondslag van (€ 20.650 – € 17.545 =) € 3.105) . Verdient iemand minder dan € 20.650, dan heeft hij of zij dus in 2024 minder jaarruimte dan vorig jaar.

    Toch is het mogelijk om – via optie 1 – alle werknemers hetzelfde percentage te geven. Zo kan voor de werknemers die zo weinig verdienen dat ze hierdoor boven de jaarruimte uitkomen, op een (box 3) beleggingsrekening worden ingelegd. Een andere optie is om voor het bedrag dat boven de jaarruimte ingelegd is, jaarlijks een zogeheten saldoverklaring aan te vragen. Met deze saldoverklaring  Op deze manier geef je toch al je werknemers hetzelfde.

    Het is dus belangrijk om altijd te controleren of de medewerker voldoende jaarruimte heeft. Dat kan eenvoudig met onze jaarruimte tool.

  • Hoe herken ik de incasso's van Bright?

    Je herkent de incasso’s van BrightPensioen aan het zogenoemde Incassant-ID.

    • Jouw periodieke inleg wordt geïncasseerd door Stichting Bright LifeCycle Fund – Incassant-ID: NL84ZZZ617172900000. Deze gaan naar bankrekeningnummer *****9140.
    • Het jaarlijks lidmaatschap wordt geïncasseerd door Bright Pensions N.V. – Incassant-ID: NL76ZZZ572532690000. Deze gaan naar bankrekeningnummer *****4592.
  • Waarom zijn jullie overgestapt naar de ABN AMRO (en bijvoorbeeld niet naar Triodos of ASN)?

    Sinds de start van BrightPensioen was onze bewaarbank KAS Bank. Via KAS Bank incasseerden we de maandelijkse inleg bij onze deelnemers. Hiernaast treedt KAS Bank op als bewaarbank (ook wel “custodian bank” genoemd) en de bewaarder (ook wel “depositary” genoemd) van het fonds. Deze bewaart en beschermt de aandelen en obligaties van het fonds, houdt de fondsadministratie bij en rapporteert onder andere de maandelijkse intrinsieke waarde van de participaties in het fonds.

    In 2019 is KAS Bank overgenomen door CACEIS. Na deze overname is een integratietraject gestart. Als onderdeel hiervan is begin 2021 de verhuizing gestart van alle klanten van KAS Bank naar het banksysteem van CACEIS. Dit banksysteem biedt echter (nog) geen incassomogelijkheid. Daarom moesten we op zoek naar andere mogelijkheden om de fonds inleg te kunnen incasseren.

    Vanwege de hoge bedragen die wij incasseren, moest dit een zakenbank zijn die ook mogelijkheden biedt om in de toekomst eventueel het fonds (deels) onder te brengen. Daarom vielen consumentenbanken zoals Triodos of ASN af en is de keuze op ABN AMRO gevallen. Het hielp enorm dat er al langer een klantrelatie bestond met deze bank. Bovendien heeft deze bank ook veel bankkoppelingsmogelijkheden die ons in de toekomst meer mogelijkheden bieden.

    Klanten hoeven in principe niets te doen, omdat de incassant-ID’s hetzelfde zijn gebleven. Zo herken je de incasso’s van BrightPensioen.

  • Kan ik BrightPensioen ook aanbieden aan zzp'ers die voor mij werken?

    Dat kan zeker. Goed idee! Slim om waardevolle zzp’ers tevreden te houden. Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om pensioen aan te bieden en dat jij, als opdrachtgever, het inschrijfgeld en het jaarlijkse lidmaatschap betaalt. De freelancers kunnen verder zelf bepalen hoeveel ze inleggen.
  • Wat zijn de kosten voor mij als werkgever als ik pensioen voor mijn medewerkers faciliteer?

    Als je pensioen wilt faciliteren, betaal je alléén voor de medewerkers die meedoen.

    Jij betaalt als werkgever de inschrijfkosten (eenmalig € 50 per medewerker) en de vergoeding voor het lidmaatschap (jaarlijks € 180 per medewerker). Bij meer dan twintig medewerkers gelden lagere lidmaatschapstarieven.

  • Moet iedereen verplicht meedoen en betaal ik voor werknemers die niet meedoen?

    Daar kunnen wij kort over zijn: nee.

    Jij bepaalt als werkgever wie mee mag doen. Medewerkers kiezen vervolgens zelf of ze ook daadwerlijk een rekening willen openen voor hun pensioenopbouw. Als werkgever kun je dit natuurlijk wel stimuleren. Maar vrijheid staat voorop: het is en blijft individuele pensioenopbouw. En uiteraard betaal je alléén voor werknemers die meedoen. In de werkgeversportal kun je op ieder moment inzien om welke medewerkers het gaat.